Dag 36 – Eiland hoppen met kapitein Halvezool en eindigen in het kakkerlakkenwalhalla

22 februari 2018 - Langkawi, Maleisië

Ok, we moeten onze plannen dus een beetje gaan aanpassen, omdat we een dag vroeger vertrekken dan gepland. We hebben gisteren onze was afgegeven en moeten deze wel uiterlijk 18 uur (het liefst 17 uur) terug hebben zodat we zeker weten de laatste ferry naar Kuala Perlis kunnen pakken. Om half 8 staan we op, pakken de laatste spullen in van onze backpack, en om 8 uur zijn we uitgecheckt. Dan vertrekken we richting de wasserette, maar bij aankomst zien we dat die gesloten is, shit! We hebben nu geen andere keus dan wachten tot we vanmiddag terug zijn van onze boottocht, want dat hadden we nog geboekt voor vandaag. We worden om 9 uur bij de ingang van ons hotel opgepikt om met een bootje te gaan eilandhoppen. Dit houdt in dat we twee eilanden bezoeken, kunnen snorkelen, en adelaars gevoerd zien worden. Omdat we vroeg worden opgepikt, moeten we snel nog gaan ontbijten. We stranden bij Cactus, bestellen een ontbijt en als dit op tafel komt schrokken we het naar binnen want we willen niet te laat komen. Uiteindelijk zijn wij op tijd, en de bus te laat: hadden we kunnen verwachten natuurlijk.

Uiteindelijk worden we om half 10 opgepikt, rijden we 5 minuten in een minivan, en worden dan bij een klein haventje afgezet waar we tot kwart voor 11 moeten wachten voor ons bootje ons oppikt. Dit gebeurt terwijl we de één na de andere groep zien arriveren en een bootje in zien stappen. Tsja, als je alles vantevoren wist… Tijdens het wachten zien we een klein jongetje, ongeveer even oud als Thijs, dat op schoot bij zijn vader met hele grote ogen mij en Marijke aan zit te kijken. We trekken omstebeurt gekke bekken in de hoop op een lach maar krijgen alleen maar een stoïcijnse blik terug. We worden vergezeld door een Australisch stel, wat ook z’n best doet om het jongetje aan het lachen te krijgen, maar helaas er kan geen glimlach vanaf. Ik reageer met “tough audience” en krijg de lachers van de omgeving op m’n hand, behalve natuurlijk van het jongetje.

Dan komt eindelijk ons bootje, en blijkt ook nog eens dat we kapitein Halvezool als reisleider hebben. Als we allemaal aan boord zijn lukt het hem niet op de boot van de kant te krijgen. We hebben inmiddels een stuk of 15 bootjes voorbij zien komen die mensen oppikte en vervolgens moeiteloos vertrokken richting de eilanden. Alleen onze kapitein heeft zijn boot zo ‘geparkeerd’ dat ie vast zit op het zand en er een andere boot moet komen om ons eruit te trekken. Nou het heeft wat tijd gekost, maar nu kunnen we eindelijk gaan eilandhoppen. This better be good.

Na een halfuur varen komen we bij het eerste eiland aan en stopt onze kapitein abrupt en begint te wijzen naar de bergen. Allemaal heel mooi en aardig, maar we snappen niet wat ie bedoelt. Omdat de man achter het roer geen Engels spreekt kan hij het ook niet uitleggen. Dan herinnert een toerist de naam van het eiland ‘the pregnant lady’ en zien we (met een beetje fantasie) inderdaad een vrouw die op haar rug ligt met een dikke buik alsof er een baby in zit. Erg leuk en we hebben nu al het gevoel dat we ons geld eruit hebben gehaald… Daarna varen we verder en komen we bij de haven van het eiland aan. Hier mogen we een uur rondlopen en kunnen we naar aapjes kijken en ‘lake of the maiden’ bezoeken.

De wandeltocht naar het meer duurt 10 minuten maar is het meer dan waard. Onderweg worden we aangegaapt door allerlei aapjes en zien we dat een sluwe aap een rol koekjes van het stel voor ons uit de tas jat. Slimme apen, en goed op je spullen letten dus. Eenmaal bij het meer lijkt de temperatuur nog een paar graden hoger te liggen en maken we van de gelegenheid gebruik om even te pootje baden. We worden vergezeld door een paar Indiërs die met zwemvesten het water in springen. Wij kijken raar op, maar zien dan dat ze ‘op z’n hondjes’ zich door het water voortbewegen, en dus blijkbaar nooit geleerd hebben om te zwemmen. Een hysterische Indische dame met zwemvest vindt het doodeng om het water in te gaan en heeft alle apen weggejaagd met haar gegil, maar ze gaat wel het water in onder begeleiding van haar mannelijke compagnons (ergo: ze wordt er zonder pardon ingeduwd). In het begin is het komisch, maar daarna beginnen we medelijden te krijgen met het meisje, wat gevolgd wordt door het gevoel om haar zwemvest los te klippen want het lijkt wel alsof ze in het water alleen maar harder begint te gillen. Ondertussen is ze omringt door vier andere Indiërs, op de kant en in het water, die haar proberen te kalmeren en vervolgens op het droge proberen te trekken. Het gaat allemaal moeizaam, want zo licht als een veertje (van 100kg) is ze niet, maar het lukt wel en het gegil neemt af, de apen komen weer terug, en er begint weer leven te ontstaan in het meer van de maagd.

Op de terugweg naar de boot lopen we weer langs de apen en ditmaal hebben ze het voorzien op een Maleisische vrouw die voor ons loopt. De aap begint aan haar plastic tas te trekken en van de schrik laat ze de tas los, gilt, en loopt door. Uit het niets komen er vijf apen aan en beginnen de tas te onderzoeken. De vrouw staat naar haar tas te kijken, want zo te zien zitten daar nog onder andere een camera en een telefoon in. Oh nee, wat nu? SWOOOSH!!! Daar komt iets roods aangelopen! Is het een vogel? Is het een vliegtuig? NEE! Het is Super-Marijke en zij pakt zo de tas van de grond met alle spullen erin, behalve de rol koekjes die al wordt verdeeld onder de apen. De vrouw is dolblij met Marijke, en Marijke reageert alleen maar met: “ach, ik was op het juiste moment op de juiste plek, ieder ander zou hetzelfde gedaan hebben” en met dat gezegd te hebben loopt ze door met haar golvende rode haren in de wind achter haar als een cape. Super Marijke has done it again! Trots als een pauw loopt ze door en ik loop erachteraan en zeg tegen iedereen: “sorry no autographs”. Grapje natuurlijk, dat gebeurde niet echt, maar Marijke was wel de held van deze mensen.

Terug op de boot gaan we snel door en heeft onze kapitein met een andere kapitein afgesproken lekker te gaan racen en golven te maken om overheen te stuiteren. Omdat eigenlijk niemand veel vertrouwen heeft in de stuurmanskunsten van onze kapitein wordt niemand hier heel vrolijk van en zie ik de ouders hun jonge kinderen stevig tegen zich aan drukken. Na 20 minuten varen komen we bij een baai aan waar overal adelaars vliegen. De kapitein stopt de boot en gooit wat vis in het water zodat de adelaars het kunnen vangen. Het aanzicht van de adelaars die hun, op dit moment dode, prooi aanvallen met een duikvlucht van 10 meter en vervolgens met een ongekende souplesse zichzelf horizontaal ‘trekken’, de vis uit het water meenemen met hun klauwen en ongestoord door vliegen ziet er heel gaaf uit. Vet om dit op een paar meter afstand te kunnen zien. Op het moment dat het voedsel op is willen we verder varen maar wilt de motor niet starten. Er wordt van alles geprobeerd maar het lukt niet. Dan wordt onze kapitein geassisteerd door twee andere boten en met z’n drieën zijn ze 10 minuten bezig om de motor weer aan de praat te krijgen. Gelukkig lukt het en kunnen we weer verder. Ik hoor één van de hulpkapiteins nog roepen “Hé kerel, niet meer je motor uitzetten he haha” (ik kon ‘m natuurlijk niet verstaan, maar ga ervanuit dat het zo is gegaan), waarop onze kapitein roept “Haha nee nee, hoe dom denk je dat ik ben?”. Noooouuuu, hold my beer…

We varen naar het laatste eilandje waar een mooi strandje is en we kunnen chillen. Als we 50 meter van het strand verwijderd zijn en recht vooruit een mooi plekje zien om aan te leggen besluit onze kapitein eerst een rondje te draaien, daardoor komt de boot parallel met het strand te liggen, wordt er weer geprobeerd om de boot recht te draaien, en valt weer de motor uit. Liggen we dan, in het water, 50 meter van het strand waar iedereen naar ons zit te kijken terwijl wij stuk gaan van de hitte. Misschien kan ik het niet met mijn leken oog zien, maar zoals ik al zei lag onze boot perfect voor het strand om er op te varen en getuigd dit in mijn optiek van een besluiteloosheid van jewelste bij onze kapitein. Dit gecombineerd met al hetgeen hieraan voorafging leidt ertoe dat ik helemaal geen vertrouwen meer heb in zijn kwaliteiten en niet meer kan wachten tot we weer terug zijn in het haventje. Na 10 minuten, en met hulp van een andere kapitein wordt de motor gestart en kunnen we alsnog aan land. Ook op dit eiland blijven we een uur en dit wordt vooral volgemaakt met lekker chillen.

Als we terug op de boot zijn en terug varen is iedereen muisstil en hopen we allemaal dat er niks mis gaat. Dan, als we de haven binnen varen en het strand kunnen zien krijg ik het idee dat er niks meer mis kan gaan. Haha heeft onze kapitein ons mooi tuk. Op ongeveer 500 meter van het strand stopt de motor er weer mee, en hoor ik wat hulpeloze lachjes van mijn medepassagiers. Ik kijk om en zie onze kapitein heel droog staan en vertelt ons in zijn beste Engels: “Gas finish”. Uiteraard, dat kon er nog wel bij. Héél misschien, en dat is weer met mijn leken ogen bekeken, als je niet met je maatje had geracet en gespeeld, en daardoor geen omweg had gemaakt hadden we nu die 500 meter extra kunnen overbruggen en waren we op het strand geweest. Door alles wat gebeurd is kan ik niet meer alles toewijden aan pech en weet ik het wel heel zeker: we zitten opgescheept met kapitein Halvezool.

Er komt een andere boot ons oppikken, maar die kan pas van het strand vertrekken als de andere toeristen van hun boten afgestapt zijn en de boten uit de haven zijn vertrokken. Top dit! Na een kwartier zijn we eindelijk op het strand en kunnen we afscheid nemen van onze schipper. Gelukkig gaat het op het strand allemaal heel snel, en zijn we binnen 10 minuten nadat we van de boot zijn gestapt terug bij ons resort. Daar gaan we gelijk naar de wasserette om te kijken wat de status is van onze was. We zijn bang dat we het kletsnat moeten meenemen, maar gelukkig is het nog niet gewassen dus kunnen we het vies weer meenemen. Dit alles zorgt ervoor dat we beiden wat rustiger kunnen ademen want nu gaan we sowieso de ferry halen, zijn we sowieso op tijd in Kuala Perlis om een hotel te boeken, en weten we zeker dat we de dag erna in Kota Bahru eindigen. We eten nog snel wat bij YamYam en bestellen dan een Grabcar die ons naar de haven brengt.

Daar komen we om kwart over 4 aan en blijkt dat we nog mee kunnen met de boot van 17 uur, top! We gaan zitten in de wachtruimte en er wordt al snel opgeroepen dat we kunnen boarden. Tickets worden gecheckt, we gaan aan boord en zitten net als er een vrouw met kind naar onze plaatsen toe komt gelopen en zegt dat zij daar zit. Wij kijken raar op en laten onze tickets zien waarop ze keihard begint te lachen. Wij snappen het niet en daarna komt er een mannetje aangelopen die onze tickets nogmaals controleert. Dan blijkt dat we op de verkeerde boot zitten. Deze boot gaat weliswaar naar Kuala Perlis, maar is blijkbaar anders dan de boot die wij hebben geboekt. Dus wij stappen een beetje beduusd van boord, en zien daarna onze boot liggen. We zoeken de juiste plekken, gaan zitten, en ontspannen. Een uur later komen we aan in Kuala Perlis en gaan we op zoek naar een hotel. Via Maps.ME worden we naar een hotel geleid wat eruit ziet alsof het haar beste tijd gehad heeft. We gaan naar binnen vragen en vragen of we een kamer mogen zien. Dit is geen probleem en we krijgen een kamer die airco heeft, een ventilator, en een warme douche. Nou het is niet heel luxe, maar prima. We hebben al een tijd geen airco of warme douche gehad dus kunnen hier wel van genieten.

Even lekker douchen, spullen uitpakken, en dan eens kijken of we wat te eten kunnen vinden in de buurt. We zien dat het busstation, waar we de dag erna vertrekken, pal achter het hotel ligt dus dat is allemaal goed geregeld. Als we doorlopen zien we een tentje met allerlei Maleisische gerechten. Moe en hongerig van het reizen gaan we zitten, bestellen allebei een gerecht (geen idee wat het is) en het smaakt heerlijk! We betalen, en gaan terug naar het hotel. Onderweg merken we dat het ontzettend hard waait en dat het overal om ons heen flitst in de lucht. Het zal wel hard gaan onweren, maar wij liggen in een prima hotel. Bij terugkomst in het hotel kan dat prima wel weggelaten worden, want als de deur opengaat zien we overal kakkerlakken zo groot als je duim wegspringen. Die beesten zijn niet zo zeer eng, en doen ook niks, maar ze zijn snel, niet normaal. We verjagen er een paar en doen onze backpacks in hun flightbag zodat er geen beesten in kunnen. Dan proberen we te gaan slapen, met het geluid van rondlopende kakkerlakken om ons heen. Hopelijk wordt het morgen beter en als eindelijk de slaap begint te komen kan ik alleen maar aan Jan Vertonghen en Feyenoord denken.

Foto’s

2 Reacties

  1. Gerrie Kamphuis:
    4 maart 2018
    Heerlijk al jullie verhalen. Vooral doorgaan en verder gaan met genieten.
  2. Lieneke:
    5 maart 2018
    Tough audience... Gelukkig begint Thijs nog altijd meteen te lachen als hij jullie ziet als we video bellen! :D