Dag 102 – Met de fast ferry naar Coron

29 april 2018 - Coron, Filipijnen

Om half zeven staat de wekker, want vandaag gaan we met de fast ferry van El Nido naar Coron, een eiland zo’n vier uur (fast) varen van El Nido. Na een laatste ontbijt en afscheid van de lieve mensen bij La Solidad lopen we naar de haven toe. Het is om kwart voor 8 al heet, en we zweten allebei flink tijdens het kwartier lopen naar de haven. (De hele week lang worden we om de oren geslagen met trykes, en nu is er natuurlijk net geen te vinden…) Als we aankomen bij de haven moeten we nog tien minuten wachten in de brandende zon om ons in te schrijven bij de boot, daarna moeten we nog havenbelasting betalen, maar daarna mogen we op de boot. We ritsen onze backpacks in hun reisjasjes en gaan naar beneden in de boot. De kajuit waar we in zitten is nog het beste te vergelijken met de binnenkant van een vliegtuig; aan de ene kant heb je een rij stoelen met vier stoelen naast elkaar, aan de andere kant drie stoelen naast elkaar. En de airco blaast op vol vermogen, heerlijk na al die hitte!

De ferry doet er in totaal zo’n 3,5 à 4 uur over en we hebben een heerlijk comfortabele reis! We maken ons wel allebei een beetje zorgen over een accommodatie in Coron, want wederom is alles wat er een beetje leuk uit ziet online volgeboekt. Dit zegt natuurlijk niet altijd alles, dus in de hoop dat er nog een kamertje over is, gaan we naar Stijn zijn nummer 1: Heaven 1916. Als we de ferry uitkomen, worden we wederom omsingeld door opdringerige tryke chauffeurs, die ons maar al te graag naar het hotel willen brengen. 150 peso’s vragen ze, voor een stuk waar je normaal (tenminste als je Filipijns bent) 10 peso per persoon voor betaald. We besluiten van het ferry terrein af te lopen om te kijken of we iets verderop een tryke voor een iets normalere prijs kunnen boeken. Hier vinden we al snel een chauffeur die ons voor 70 peso’s naar het hotel wil brengen. De tryke zelf heeft echter zijn beste tijd gehad, en rammelt aan alle kanten. Stijn en ik moeten strategisch gaan zitten en het gewicht verdelen, want anders komen we de berg waarop het hotel ligt niet op. Moeizaam komen we boven aan de helling en worden we met onze bagage netjes voor de deur gedropt. We klimmen de trap op naar het hotel en lopen naar de receptie toe. De mevrouw achter de balie ziet ons aankomen en vraagt direct: “Do you have a reservation?” Als wij hierop ontkennend antwoorden, kijkt ze ons met een sippe blik aan: ze heeft in de aankomende vijf nachten één nacht een kamer vrij, en dit is een vierpersoonskamer. Helaas. We vragen of ze ons misschien nog iets kan adviseren op loopafstand, en dat kan ze gelukkig wel. Ze noemt twee hotels waar we het kunnen proberen. Dus hijsen wij onze backpacks en frontpacks op en gaan we op weg naar deze hotels. Ze liggen allebei nog iets hoger op de heuvel dus hijgend en zwetend komen we bij de eerste aan. En die is, je raadt het al, ook compleet volgeboekt. De tweede idem dito, maar daar verwijzen ze ons door naar een hostel dat nóg hoger op de berg ligt. De trap naar het hostel telt ruim 50 treden, maar binnen voelen we dat de airco op volle stand draait. Als we naar de receptie lopen, zien we eenzelfde blik in de ogen van de receptioniste als bij de vorige accommodaties. Ook hier is het zo goed als volgeboekt. Aankomende drie nachten heeft ze één bed vrij in een slaapzaal, iets waar wij met zijn tweeën natuurlijk niets aan hebben. Ook deze vriendelijke receptioniste raadt nog twee andere hotels aan, die wederom hoger op de berg liggen. Doorweekt van het zweet en een tikkeltje chagrijnig gaan we verder op pad, de eerste accommodatie die ons is aangeraden is wederom vol, maar bij de tweede hebben we eindelijk geluk! Ze hebben plek! Hoewel de accommodatie er een beetje verlopen uitziet, zijn we allebei toe aan een kamer met airco dus we besluiten een kijkje te nemen. Als we de kamer zien, verklaart het ook direct waarom er hier nog iets vrij is. Het bed zelf ziet er prima uit – een beetje oud en vervallen, maar de kamer stinkt en de badkamer ziet er gewoon vies uit. Daarbij betaal je een overdreven bedrag per nacht, dus besluiten we verder te lopen en naar de derde accommodatie die ze bij het hostel adviseerde te gaan kijken. Dit was ook een hostel, het 413 hostel, en hiervoor moeten we de hele berg weer af. Hopelijk hebben we hier meer succes, want we hebben echt geen zin om weer de berg op te klimmen… Helaas, ook dit hostel is vol. Daarbij ziet het er niet gezellig uit, dus vragen we bij de receptie opnieuw of de receptionist iets kan aanraden. Hij noemt de Argamosa Bayside Inn, aan de overkant van de straat. Duimend lopen we naar de accommodatie, en eindelijk: er is ruimte en voor een goede prijs! Uitgeput, bezweet, maar ontzettend blij boeken we een kamer voor twee nachten! We vliegen over 5 nachten naar Cebu, maar we willen kijken of we een expeditie toer kunnen boeken waarbij we een nacht op een onbewoond eiland gaan slapen, dus daarom boeken we niet direct de volle vijf nachten. In de kamer staat de airco op 17 graden en is het ijskoud: heerlijk na die zware, hete tocht. Terwijl we bijkomen, breekt het buiten los – een gigantische tropische storm. Grinnikend kijken we elkaar aan: liever nat van het zweet dan in zo’n bui op zoek gaan naar een geschikte locatie.

De rest van de middag maken we het ons gemakkelijk in het hotel, we zitten op ons terrasje onder de uitbouw, lekker droog voor de regen. Stijn is bezig om een maand aan foto’s up te loaden naar ons blog en ik zit ondertussen lekker te lezen. We hebben alleen niet veel gegeten vandaag, dus als het rond een uur of half zes / zes uur droog wordt, gaan we op pad naar Altrov’é – een filiaal van de pizzeria waarbij we in El Nido ook twee keer hebben gegeten. Als we bij Altrov’é aankomen, worden voor onze neus de laatste tafeltjes weggegeven en hebben we de pech dat we moeten wachten tot er iets vrij komt. Gelukkig staat er een rij krukjes voor de deur, dus kunnen we lekker zitten terwijl we aan het wachten (en dromen) zijn over een overheerlijke pizza!! Terwijl we daar zitten, zien we opeens het Australische stel lopen dat met ons samen Tour A heeft gedaan in El Nido. We raken met ze aan de praat en het blijkt dat ze dezelfde ferry hadden als wij en dat ze morgen een vriend gaan ophalen bij het vliegveld die een weekje met hun mee gaat reizen in de Filipijnen. Ze vragen wat onze plannen zijn en wij geven aan dat wij het plan hebben om een expeditie-tour te gaan doen waarbij we een nacht op een onbewoond eilandje willen slapen. Hier hebben zij ook wel oren naar en ze vragen waar we dat willen gaan boeken. Omdat we daar nog geen idee van hebben, kunnen we de vraag niet beantwoorden, maar we beloven wat rond te vragen en mochten we elkaar nog tegen komen aan hun te laten weten waar je zoiets kunt boeken. Daarna gaan zij op pad om ergens te pinnen en worden wij al snel naar boven geroepen om te gaan eten.

De pizza’s waren weer heerlijk; al vonden we ze wel allebei iets minder lekker dan in El Nido. Na het eten lopen we nog een rondje door het stadje en besluiten dat de “island vibes” die hier hangen veel beter bij ons passen dan het commerciële en toeristische El Nido. Als we terug lopen naar het hotel zien we op eens een bordje hangen met “Isla tours” – expeditie op Coron! Dat is precies wat we zoeken en we lopen naar binnen. Binnen worden we vriendelijk geholpen door een mevrouw die ons vertelt dat je met vier personen voor 20.000 peso’s (+/- €330) een tour van 2 dagen, 1 nacht kunt doen, inclusief alles. Aangezien wij maar met zijn tweeën zijn, vragen we of ze nog andere opties heeft, maar helaas. Het kost minstens 20.000, of je nu met zijn tweeën of vieren bent. 20k vinden wij wel heel veel geld voor twee dagen, één nacht dus we geven haar aan er even over na te willen denken. Zij geeft ons een flyer mee waarop de hoogtepunten van de tour staan beschreven, wat je allemaal erbij krijgt en de bijbehorende kosten. Als we teruglopen naar het hotel bedenken we dat het perfect zou zijn om deze tour samen te doen met onze Australische vrienden, maar hoe gaan we hen ooit vinden?

Foto’s