Dag 48 – Ipoh, een tropische regenbui en een gezellige Britse host

6 maart 2018 - Ipoh, Maleisië

Eindelijk weer een dagje geen wekker. Helaas hebben we allebei bar slecht geslapen, omdat de drie honden van de eigenaar van het hostel de hele nacht lang hebben geblaft. Op een gegeven moment hoorde we ook een wolf huilen, en daar reageerden ze ook weer op. Hoewel we gek zijn op honden, waren we die nacht iets minder blij met ze. Geradbraakt staan we op en pakken we onze backpacks in: op naar de derde locatie in drie dagen. Dit is backpacken in hoog tempo!

Nadat we onze tassen hebben ingepakt lopen we naar het dorp en gaan we nog een keer scones eten bij Lord’s Café. Hierna lopen we naar de bushalte en pakken we de bus naar Ipoh. Ipoh ligt op 86 km afstand en om er te komen moet je door de bergen heen slingeren. Gelukkig hebben we wederom een buschauffeur die niet onder doet voor Max Verstappen en ongeveer 1,5 uur later komen we aan op het busstation in Ipoh. Hier pakken we een Grab naar ons guest house: 27 Concubine Lane. Toen ik het boekte dacht ik al: hier moet een verhaal achter zitten. Dit blijkt te kloppen, en als we bij het guest house aankomen worden we ontvangen door een vrolijke Britse vent genaamd John. Het eerste half uur dat wij in het guest house zijn, krijgen we een waterval aan woorden over ons heen en vertelt hij dat hij het pand helemaal heeft opgeknapt met authentiek materiaal, en we krijgen elke hoek en snuisterij in het pand te zien (en dit zijn er nogal wat). Een beetje geradbraakt van de reis ploffen we hierna op onze hotelkamer neer. Na een week hebben we eindelijk weer goed internet op onze eigen kamer en hier maken we even goed gebruik van. Zo rond een uur of vijf begint mijn buik wel heel erg te knorren en weet ik Stijn te overtuigen om ergens iets te gaan eten. We hebben immers sinds de scones van het ontbijt niets meer gehad.

We verlaten de Concubine road. Oh ja, even een klein uitstapje over deze naam, zo rond 1900 was een groot gedeelte van Ipoh verwoest. Een rijke Chinese koopman heeft toen drie straatjes opgeknapt, en in elk van deze straatjes één van zijn vrouwen ondergebracht. In de ‘concubine street’ woonde zijn tweede vrouw. Ten tijde van de tweede wereldoorlog (lang nadat deze vrouw hier woonde) kon je in de Concubine road gokken, maar natuurlijk ook dames van lichte zeden terugvinden.

Die middag lopen we rond om ergens iets van street food te scoren, maar helaas blijkt alles al om 4 uur/half 5 dicht te gaan? De enige tent die nog open is, is een Chinees restaurantje dat hele vage dingen verkoopt. Geen idee wat het is, maar honger, dus we bestellen twee gerechten van de kaart die allebei nog geen euro kosten. Mijn gerecht blijkt een soort van sojapudding te zijn met bruine suiker, erg zoet maar wel lekker. Stijn heeft minder geluk: hij heeft een soort van bruine jus met witte brokken soja te pakken, maar ook dat smaakt wel redelijk. Helaas vult het onze buik niet en besluiten we verder te lopen op zoek naar goede street food. We struinen door China town en door Little India, maar op een aantal Westerse ketens na is echt alles gesloten. Teleurgesteld gaan we terug naar het guest house en trekken we maar een zak chips open. John weet ons te vertellen dat vanaf een uur of 7 weer andere tentjes open gaan, dus we wachten nog even op de hotelkamer en gaan dan wederom op zoek naar eten. Na ongeveer een monoloog van 30 minuten door John over waar we allemaal lekker kunnen eten, besluiten we voor de lokale Chinees te gaan – deze staat goed aangeschreven op Tripadvisor, verschillende blogs en ook John was enthousiast over deze locatie.

Eenmaal daar aangekomen blijkt er geen menu te zijn en worden we door een vriendelijke Chinese meneer (“you sit here pretty girl”) aan een tafel neergezet. Binnen drie minuten staan er vrolijke bakjes vol met noedels, groente, kip en pittige saus op tafel en zitten we te smullen! Eindelijk eten!

Terug op de hotelkamer beseffen we dat we ons luxe resort nog niet hebben geboekt voor de dag erna en komen we erachter dat Pangkor Laut helemaal vol is geboekt. We zaten te erg te twijfelen over de locatie en nu zijn we te laat L Gelukkig had Stijn nog iets anders moois gevonden, namelijk de Banjaran Hotsprings Retreat. Dit zit in Ipoh (15 minuten met de auto) en is gelegen op een plek waar allerlei natuurlijke hotsprings en grotten zijn. Om eerlijk te zijn, vinden we dit soort natuur allebei mooier/interessanter dan zand en zee, en we boeken direct een villa voor twee nachten. De prijs is wel even slikken, maar je bent maar één keer in je leven 10 jaar bij elkaar.

En, zo zie je maar, dingen gebeuren altijd om een reden J Op naar de luxe! Maar niet voordat we de reden voor ons bezoek aan Ipoh hebben, namelijk de gigantische grotten: Gua Tempurung. Er gaan vier verschillende tours door de grotten. De eerste twee gaan over een pad door de grotten heen. De laatste twee tours leiden diep de grot in en zijn wat actiever. Je moet onder rotsen door tijgeren, klimmen door nauwe gaten, en je wordt sowieso nat dus we moeten droge kleding meenemen. We zijn heel benieuwd en hebben er heel veel zin in!

Foto’s